De Balint-Methode

In een Balintgroep kunnen (huis)artsen op  systematische wijze nadenken (reflecteren) over hun persoonlijke praktijkervaringen met de patiënt. De Balint groepsmethodiek biedt een instrument om onder deskundige begeleiding deze prakt ijkervaringen uit te diepen. Dit vindt plaats in groepen van 8-10 (huis)artsen begeleidt door een huisarts/voorzitter en een psychotherapeut/consulent. De Balintgroep kan gedurende jaren lang een plek bieden waar persoonlijke vragen over het werk besproken kunnen worden.

De naamgever van de 'Balint-methode' is de Engelse psychiater Michael Balint, afkomstig uit Hongarije. Als jood was hij zijn land voor de tweede wereldoorlog ontvlucht en geemigreerd naar Engeland.  Zijn arts opleiding en aansluitend daaraan zijn opleiding tot psychoanalyticus had hij in Budapest en later in Berlijn genoten.

Hij werkte in de Tavistock-kliniek in Londen waar hij aanvankelijk begon met het begeleiden van maatschappelijk werkenden in groepen. Later begeleidde hij huisartsen eveneens in groepsverband. Dat het mogelijk was om artsen in opleiding ook in groepen en niet individueel te begeleiden tijdens hun leerproces, had hij zelf ervaren tijdens zijn opleiding tot psychoanalyticus van zijn leermeester Ferenczi. Deze begeleidde zijn leerlingen tijdens de leeranalyse niet individueel, zoals Freud dat had gedaan, maar in groepen.

Balint heeft over zijn ervaringen met de huisartsen in Londen een boek geschreven: 'The Doctor, his patiënt and the Illness', dat in 1956 verscheen. Dit boek heeft, wereldwijd, een grote invloed gehad op het functioneren van de huisartsen die toen werkten, ook in ons land. Veel huisartsen van toen, namen deel aan de zogenaamde 'Balint-groepen', waarbij een psychiaterpsychoanalyticus optrad als adviseur. In deze groepen stond de studie van de arts-patiënt relatie centraal en daarbij ging het vooral om de rol van de dokter en wel om de 'dokter als geneesmiddel'. Dit geneesmiddel, zo schreef Balint, was verre van gestandaardiseerd en had belangrijke bijwerkingen. Doel van de groep was de dokter inzicht te geven in deze bijwerkingen.

De huisartsen kwamen wekelijks bijeen en bespraken in de groep, bestaande uit acht - tien deelnemers een patiënt die door een van hen werd ingebracht. Balint wees hun erop hoe belangrijk het is goed naar de patiënt te luisteren in plaats van vragen te stellen. Bovendien verduidelijkte hij de rol die de arts zelf speelt in het tot stand komen van de diagnose door middel van het zo genaamde 'loven en bieden'. Aanvankelijk ging men er van uit dat de dokter de werkelijke problemen van de patiënt - dat wil zeggen de oorzaak van de problematiek -  op het spoor moest komen. Later zijn de doelstellingen van de Balintgroepen evenwel veranderd en gaat het er niet meer om de oorzaak van de problematiek op te sporen, maar dat de dokter leert zich in te leven in de gevoelens van de patiënt, zich empathisch opstelt, echter wél met behoud van distantie en vanuit een objectieve professionele achtergrond.

Doelstelling van Balintgroepen:

  • Verdiepen van het inzicht in de communicatie tussen arts en patiënt
  • Ontdekken  van persoonlijke en situationele mogelijkheden en beperkingen
  • Versterken van de eigen werkstijl als (huis)arts
  • Vergroten van het psychologisch inzicht ten behoeve van het huisartsenwerk in het algemeen.
  • Verduidelijken van de specifieke positie van de huisarts ook op het terrein van de psychosociale problematiek.
  • Omgaan met ethische dilemma's en tegengaan van Burnout problemen.

Literatuurlijst

  1. Lidt de Jeude, A.H.van . The doctor, his patiënt and the illness. Huisarts en Wetenschap 1958, 1: 155-7
  2. Balint, M. The doctor, the patiënt and the illness, London: Pitman, 1957.
  3. Veldhuyzen van Zanten, RC. Historisch chronologisch rapport over de studiegroepen medische psychologie van 1957-1965. Utrecht, NHG, 1965.
  4. Gelly, R. La psychologie medicale en Hollande. Rev. Med.Psychosom. Med.1966;4,31:5-9.
  5. Rijsburg, R,W., Knippenberg FCE van, Rijpma J.E. Effects of psychological treatment in cancer patients, a critical review. Submitted for publication, 1991.
  6. Dokter HJ, Voorhoeve NAJ, De irritatie van de dokter als signaal. Huisarts en Wetenschap 1962;5:280-2.
  7. Dokter HJ, Verhage, F. Casusbesprekingen in een Balintgroep nieuwe stijl. Huisarts en Wetenschap 1988;31:364-5
  8. Lidt de Jeude AH van. De huisarts in de maalstroom der emoties, Leiden: Stenfert Kroese, 1971.
  9. Huygen FJA. Preventie van somatische fixatie. Huisarts en Wetenschap 1978;21:363
  10. Balint Enid., Courtenay Michael, Elder Andrew, Hull Sally and Julian Paul:  The doctor, the patient and the group, Balint revisited.  1993, by Routledge ISBN:0-415-08052-5
  11. Balint E, Research, changes and development in Balintgroups. In:Elder A and
  12. Samuel O, While I'm here, doctor. A study of the doctor-patiënt relationship. London / New York: Tavistock Publ. 1987.
  13. Samuel O. How doctors learn in a Balintgroup. Fam.Pract.1989;6:108-13
  14. Scheingold l. Balint work in England: lessons for American family medicinie. J.of Fam.Pract. 1988:26:315-20.
  15. Springer MP. Red. LHV: Basistakenpakket voor de huisarts. LHV, 1983.
  16. Duistermaat H, vdGrift L, en de Jong G. Werving en selectie van een Balintgroep, 1999.
  17. Dokter HJ, Verhage F, De dokter als medicijn, NHG publicatie nr 6,1991.
  18. Dokter HJ, Trijsburg RW. Veertig jaar Balintwerk in Nederland, H&W 1997; 40(4); 155-7.
  19. Dokter HJ, De Balintmethode nog van deze tijd? Tijdschrift v.Huisartsgeneeskunde, jr.12,nr.9, blz.409
  20. Wat maakt de dokter beter? Balint in Nederland, H&W 45(4), april 2002, blz.220
  21. Schie van, M.A. Balint in Nederland, een historische inleiding. Tijdschrift voor Huisartsgeneeskunde jr.19, nr 7/8, blz.255.