Geschiedenis

Al tientallen jaren bestond er onder de vlag van de NHG, een aparte werkgroep 'Balint', die qua financiering en accreditatie aan alle landelijke eisen voldeed. Gezien de wijzigingen in de landelijke financiering van ondersteuning van Huisartsen bij Nascholing en Supervisie, stelde de NHG nieuwe voorwaarden voor een verdere subsidiering en accreditering van Balint groepen in NHG-verband.

Hun voorstel was de huidige struktuur om te zetten naar een overkoepelende belangenvereniging,  Balint Nederland, met een eigen opleidingsstruktuur ten behoeve van begeleiders Balint groepen en aansluitend daarop de certificering van lopende Balint groepen.

Hiermee wordt een herkenbare Nascholingsmethodiek Balint, inclusief kwaliteitscriteria en accrediterings struktuur gegarandeerd, die daarmee aan de eigentijdse eisen van de Overheid en NHG voldoet.

Gezien de waarde van de Balint methodiek voor de reflectie op de persoon van de huisarts en de ontwikkeling van de Arts-patiënt relaties, nu en in de toekomst, heeft de  werkgroep Balint voor een dergelijke struktuur gekozen. De vereniging Balint Nederland is opgericht op 29 oktober 2005.

Kenmerken Vereniging Balint Nederland*
De  Vereniging bestaat uit alle leiders en co-leiders van de Balintgroepen in Nederland met name Psychotherapeuten en Huisartsen (ca. 40 groepen).
Daarnaast streeft de Vereniging ernaar dat ook alle deelnemers van erkende Balintgroepen lid worden van de Vereniging.
Centraal thema is de Balintmethode als middel om hulpverleners (primair Huisartsen of andere medisch Specialismen) te laten reflecteren over hun ervaringen omtrent de arts-patiënt relatie in de brede zin des woords.

Op 29 oktober 2005 is de Vereniging officieel van start gegaan met aanstelling van een bestuur.
Er vindt overdracht plaats van alle werkzaamheden van de werkgroep Balint aan dit nieuwe bestuur in een eerste officiele Bestuursvergadering.

  • Als rechtspersoon is gekozen voor de vorm van een Vereniging.
  • De nieuwe rechtspersoon is de belangenvereniging voor de deelnemers en begeleiders van lopende en nieuwe Balintgroepen, herkenbaar als een eigen zelfstandige organisatie.
  • De oprichtingsakte is bij de notaris gedeponeerd, inclusief bijpassende statuten.
  • Wetenschappelijke evaluatie van Balintgroepen.

Voorgeschiedenis**
De naamgever van de nieuwe Vereniging, was een Engelse psychiater Michael Balint, afkomstig uit Hongarije. Als jood was hij zijn land voor de tweede wereldoorlog ontvlucht en geemigreerd naar Engeland.  Zijn arts opleiding en aansluitend daaraan zijn opleiding tot psychoanalyticus had hij in Budapest en later in Berlijn genoten.

Hij werkte in de Tavistock-kliniek in Londen waar hij aanvankelijk begon met het begeleiden van maatschappelijk werkenden in groepen. Later begeleidde hij huisartsen eveneens in groepsverband. Dat het mogelijk was om artsen in opleiding ook in groepen en niet individueel te begeleiden tijdens hun leerproces, had hij zelf ervaren tijdens zijn opleiding tot psychoanalyticus van zijn leermeester Ferenczi. Deze begeleidde zijn leerlingen tijdens de leeranalyse niet individueel, zoals Freud dat had gedaan, maar in groepen.

Balint heeft over zijn ervaringen met de huisartsen in Londen een boek geschreven: 'The Doctor, his patiënt and the Illness', dat in 1956 verscheen. Dit boek heeft, wereldwijd, een grote invloed gehad op het functioneren van de huisartsen die toen werkten, ook in ons land. Veel huisartsen van toen, namen deel aan de zogenaamde 'Balint-groepen', waarbij een psychiaterpsychoanalyticus optrad als adviseur. In deze groepen stond de studie van de arts-patiënt relatie centraal en daarbij ging het vooral om de rol van de dokter en wel om de 'dokter als geneesmiddel'. Dit geneesmiddel, zo schreef Balint, was verre van gestandaardiseerd en had  belangrijke bijwerkingen. Doel van de groep was de dokter inzicht te geven in deze bijwerkingen.

De huisartsen kwamen wekelijks bijeen en bespraken in de groep, bestaande uit acht - tien deelnemers een patiënt die door een van hen werd ingebracht. Balint wees hun erop hoe belangrijk het is goed naar de patiënt te luisteren in plaats van vragen te stellen. Bovendien verduidelijkte hij de rol die de arts zelf speelt in het tot stand komen van de diagnose door middel van het zo genaamde 'loven en bieden'. Aanvankelijk ging men er van uit dat de dokter de werkelijke problemen van de patiënt - dat wil zeggen de oorzaak van de problematiek -  op het spoor moest komen. Later zijn de doelstellingen van de Balintgroepen evenwel veranderd en gaat het er niet meer om de oorzaak van de problematiek op te sporen, maar dat de dokter leert zich in te leven in de gevoelens van de patiënt, zich empathisch opstelt, echter wel met behoud van distantie en vanuit een objectieve professionele achtergrond.

In de loop der jaren zijn de groepen ook in Nederland van karakter veranderd.

Huidige missie en visie

  • Het reflecteren op wat zich in psychologisch opzicht in het contact tussen huisarts en patiënt voordoet.
  • Het behulpzaam zijn bij het vinden van een eigen werkstijl in de omgang met zijn/haar patiënten. Vooral de ontdekking van de persoonlijke mogelijkheden en beperkingen zijn hiervoor bepalend.
  • Het vergroten van het psychologisch inzicht c.q. kennis van de deelnemers, ten behoeve van het huisartsenwerk in het algemeen.
  • Het verduidelijken van de specifieke positie van de huisarts ook op het terrein van de psychosociale problematiek.
  • Wetenschappelijke evaluatie van de Balintmethode (NIVEL)

Voor wie is de vereniging bedoeld?
De Vereniging is een belangenvereniging voor haar leden. Zij draagt zorg dat hulpverleners in de zorg, primair huisartsen, middels deelname aan een Balintgroep, op methodisch verantwoorde wijze, kunnen reflecteren over, hun persoonlijke ervaringen en mogelijke knelpunten in hun arts-patiënt-relatie. Feedback vanuit de groep collega's stimuleert hen hierbij en schept de context, inzicht te vergroten in overdrachts- en tegenoverdrachtsbelevingen in hun arts-patiënt-relatie aan de hand van concrete casuïstiek.

Basiskwalificatie, een scholingsbeleid en een nascholingsprogramma dragen zorg voor de kwaliteit van het aanbod.Op basis hiervan vindt accreditatie door de KNMG plaats en worden Balintgroepen door de Vereniging formeel gecertificeerd.

Het kwaliteitsbeleid
Er is een formeel pakket aan kwaliteitsactiviteiten en criteria vastgesteld. Hierin worden de opleidingseisen, van Balint begeleiders zowel bestaande als nieuwe, vastgelegd.
Nascholingsactiviteiten, supervisie en visitatie, tijdens de opleiding door erkende Balint begeleiders, publicaties en onderzoek, vakliteratuur en symposia maken hiervan deel uit. Aangesloten wordt bij de eisen/criteria van de International Balint Federation en visitatie hierop.
Er komt een procedure voor certificering en accreditatie van lopende groepen,  Voor officiële criteria zie website KNMG. Een klachtencommissie/procedure maakt deel uit van het kwaliteitsplan.

* verder te noemen de Vereniging

** Literatuur Dokter H.J. Verhage F. De dokter als medicijn. Utrecht; Nederlands Huisartsen Genootschap, 1991

Literatuur

  1. Balint M, The doctor, his patiënt and the illness. London: Pitman, 1957.
  2. Veldhuyzen van Zanten RC. Historisch chronologisch rapport over de studiegroepen medische psychologie van 1957 tot 1965. Utrecht: Nederlands Huisartsen Instituut, 1965.
  3. Gelly R. La psychologie medicale en Hollande. Rev. Med. Psychosom Med 1966; 4, 31 : 5-9.
  4. Trijsburg R.W., Knippenberg FCE van, Rijpma JE. Effects of psychological treatment in cancer patiënts: a critical review. Submitted for publication 1991.
  5. Dokter H.J., Voorhoeve N.A.J. De irritatie van de dokter als signaal. Huisarts Wet 1962; 5:280-2.
  6. Dokter H.J., Verhage F. Casusbesprekingen in een Balintgroep nieuwe stijl. Huisarts Wet 1988; 31: 364-5.
  7. Lidth de Jeude A.H. van, De huisarts in de maalstroom der emoties. Leiden: Stenfert Kroese, 1971.
  8. Huygen F.J.A. Preventie van somatisch fixatie. Huisarts Wet 1978; 21: 363.
  9. Balint E. Research, changes and development in Balint groups. In: Elder A and Samuel O. While I'm here, doctor. A study of the doctor-patiënt relationship. London/New York: Tavistock Publ. 1987.
  10. Samuel O. How doctors learn in a Balint group. Fam Pract 1989; 6: 108-13.
  11. Scheingold L. Balint work in England: lessons for American family medicine. J. of Fam Pract 1988: 26; 315-20.
  12. Springer M.P., red. LHV Basistakenpakket van de huisarts. Utrecht: Landelijke Huisartsen Vereniging, 1983.
  13. Thiel J.H. Wat is psychotherapie? Ned. Tijdschrift Geneesk. 1977; 121: 1891-94; 1923-27.
  14. Lamberts H. Psychotherapie: geen taak van de huisarts. Huisarts Wet 1984; 27 (suppl. Huisarts & Praktijk): 13-5.
  15. Dokter H.J. Is de huisarts psychotherapeut? Huisarts Wet 1984; 27: 449-52.
  16. Lamberts H., Wolgast NL. Huisarts en voorschrijfgedrag ñ een onderzoek naar het voorschrijven van geneesmiddelen. Huisarts Wet 1975; 18: 321-33.
  17. Dixhoorn J. van. Relaxation therapy in cardial rehabilitation. Academisch Proefschrift Rotterdam, 1991.
  18. Spiegel D., Bloom J.R., Kraemer H.C., Gottheil E. Effect of psychosocial treatment on survival of patiënts with metastatic breastcancer. The Lancet 1989; 14: 888-90.
  19. Dokter H.J., Duivenvoorden H.J., Verhage F., Changes in the attitude of general practitioners as a result of participation in a Balintgroup. Fam. Pract. 1986; 3:155-63.
  20. Frets P.G. The reproductive decision after genetic counseling. Academisch proefschrift Rotterdam, 1990.
  21. Tibben A., Vegter-Van der Vlis M., Roos R.A.C., Kamp J.J.P. van der, Frets P.G., Verhage F. Presymptomatische DNA- diagnostiek bij de Chorea van Huntington: reacties op de zekerheid niet-gendrager te zijn. Ned. Tijdschr. Geneesk. 1990; 134: 701-4.
  22. Lamberts H., Janssens P.M.H. Defensief handelen door huisartsen. Ned. Tijdschr. Geneesk. 1984; 128: 598-602.
  23. Keirse E.A.G.C. Rouw en rouwverwerking. Ned. Tijdschr. Geneesk, 1990; 134: 2375-8.
  24. Bendix T. Geef nooit raad. Utrecht: Bunge, 1979.
  25. R?imke H.C. Over gesprekstherapie. Huisarts Wet 1965; 8: 127-3.
  26. Dokter H.J. Het handelen van de huisarts bij mensen met psychosociale klachten. Huisarts Wet 1981; 24: 415-6.
  27. Metz R. Veranderingen in probleemformulering en lokalisatie tijdens casusbespreking in huisarts-consultatiegroepen. Intern rapport, Rotterdams Universitair Huisartsen Instituut, 1982.
  28. Spanjaard J. Een didactisch probleem in de huisartsen werk- groepen. Huisarts Wet 1966; 9: 274-9.
  29. Sallaerts-Boonekamp I.A.M. Het uitwisselen van ervaringen door arts-assistenten in de beroepsopleiding. Huisarts Wet 1984; 27: 214-6.
  30. Verhaak P. Interpretatie en behandeling van psychosociale klachten in de huisartsenpraktijk. Utrecht: Nivel, 1986.
  31. Silverman Jonathan, Kurtz Suzanne, Draper Juliet: Skills for communication with  patients, sec. Edition. Oxford, San Francisco. Radcliff Publ. 2005, 262 pages. ISBN 1 85775 640 1